Jheronimus Bosch (1450-1516)
Met de carnaval hangen we allemaal de clown uit. Vier dagen feest voordat de 40 dagen van Vasten beginnen. De Vastentijd begint op Aswoensdag en als jong manneke haalde je dan een askruisje bij meneer pastoor. In het Verkadehuis hadden we op die dag “Het Haringhappen” met muziek van een strijkje dat in stijl de liedjes op klassieke wijze voor ons speelde en wij zongen mee….
Jheronimus met zijn karakteristieke werk vol illusies en hallucinaties, wonderlijke gedrochten en nachtmerries, verbeeldt de grote thema’s van zijn tijd: verleiding, zonde en rekenschap. Thema’s die ons ook bezig houden en niet alleen tijdens carnaval.
Het thema als tegenstelling tussen overmaat en matigheid. Op het doek wordt Carnaval voorgesteld als een op ‘n doedelzak spelende man, die op een tafel uit een keuken gedragen wordt. Tijdens de “Verbooden Vleysdagen”, zoals de Vastentijd in de 16e eeuw ook werd genoemd, was het wel toegestaan om vis te eten.
De Vasten wordt daarom voorgesteld als een vrouw, die een tafel draagt waarop twee vissen liggen. Ze beweegt zich richting keuken, waar een tweede vrouw bezig is vis schoon te maken. Links is de keuken afgebeeld, waar deeg voor het maken van wafels gemaakt wordt (een verwijzing naar Carnaval) en een vrouw een vis schoonmaakt (een verwijzing naar Vasten). Rechts is een groep muziek makende vastenavondvierders in een enorme, opengebarsten doedelzak te zien.
De talrijke taferelen die ‘het gevecht’ begeleiden betreffen stuk voor stuk ceremonieën of gewoonten eigen aan het ritueel van het carnaval en de vasten, die elkaar opvolgen tussen Driekoningen en Pasen.
Kijk en luister hier naar het salonorkest tijden het Haringhappen